Wanneer een MRI-scanner een noodstop moet maken, wordt een proces genaamd quenching geactiveerd. Hierbij wordt een plotselinge injectie van de absolute nultemperatuur in de magneetspoelen gebracht. Hierdoor zullen de spoelen niet langer supergeleidend zijn en worden ze in plaats daarvan resistief, waardoor het magnetische veld wordt geëlimineerd.
Tijdens dit proces zal helium zeer snel ontsnappen, en aangezien helium temperaturen van -273 °C kan bereiken moet een speciaal quench pipe systeem worden geintegreerd om de gassen veilig naar buiten te begeleiden.